Basisopgaven voor rekenen met breuken. Schrijf breuken met een deelstreep, dus als teller/noemer of als een geheel getal. Schrijf breuken als gehele breuk dus \(2 \frac{1}{2} = \frac{5}{2}\).
Vereenvoudig de breuken zover mogelijk.
\(\frac{4}{2} = 2\)
\(\frac{5}{2} = 5/2\), dus niet 2,2 of 2(1/5)
Cookie beleid
De website ExEdu maakt gebruikt van cookies om te kunnen functioneren. Daarnaast worden ook cookies en persoonlijke gegevens verzameld door derden om advertenties te personaliseren en de functionaliteit hiervan te verbeteren. Dit kan zijn locatie, apparaat ID, of andere gegevens zoals bezochte websites.
Deze advertenties worden aangeboden door derden en deze cookies worden daarom ook verzameld door derden om de functionaliteit te verbeteren van deze advertenties. Met uw toestemming kunnen deze advertenties goed blijven werken.