Getallen
4. Wortels
In de vorige sectie werd al even benoemd dat wortels eigenkijk gebroken machten zijn. In deze sectie zal nadrukkelijk worden gekeken naar rekenregels van wortels. Het kan handig zijn in sommige situaties om wortels als gebroken machten te schrijven bij vermenigvuldigingen. Echter, een breuk in de exponent kan al gauw tot verwarring leiden en kan het moeilijk leesbaar maken. Bijvoorbeeld de gebroken macht \( 2^\frac{1}{2} \) kan makkelijk worden verward met de notatie \( 2\frac{1}{2} \) wat een alternatieve notatie is van 2,5. Daarom gaat de voorkeur naar de notatie van een wortel in plaats van gebroken macht. Daarom zal in deze sectie aandacht worden besteed aan de juiste notatie van wortels en het vereenvoudigen ervan.
4.1. Wortels als gebroken machten
Een gebroken macht of een wortel geeft een gelijke verdeling aan. De wortel van een waarde is gelijk aan de vermenigvuldiging van gelijke waarden. Een alternatieve manier om hiernaar te kijken is dat deze over gelijke zijden wordt verdeeld. Dit zal worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld.
Voorbeeld 1: Vierkantswortel
Bereken de zijden van een vierkant met een oppervlak van \( \mathrm{225\ }\mathrm{m}^\mathrm{2} \).
Een vierkant is een vierhoek met gelijke zijden. Het oppervlak wordt berekend door de lengte te vermenigvuldigen met de breedte.
\[ \mathrm{oppervlak} =l\times b \]
Als alle zijden \( (z) \) gelijk zijn, en dus de lengte gelijk is aan de breedte, dan kan worden gesteld \( z=l=b \). Het oppervlak wordt dan gegeven door
\[ \mathrm{oppervlak}=z\times z=z^2 \]
Als de wortel van beide kanten wordt genomen, kan krijgen we de formule
\[ \sqrt{\mathrm{oppervlak}}=\sqrt{z^2}=z \]
Dus voor de vierkant met oppervlakte 225 m2 geldt dan
\( \sqrt{225}=15 \), want \( 15\times15=225 \)
Hieruit kan de naam vierkantswortel ook worden verklaard. Een vierkantswortel geeft de zijden van een vierkant.
Tot zover zijn vierkantswortels besproken, maar de regel geldt voor alle gebroken functies. Zo kan elke gebroken macht worden geschreven als de wortel \[ g^\frac{t}{n}=\sqrt[n]{g^t} \] Wanneer \( n>2 \), dan heten deze wortels ook wel hogeremachtswortels.
Voorbeeld 2: Gebroken machten als wortels
Schrijf onderstaande machten als wortels
- \({10}^\frac{1}{3}\)
- \( \left(2+3\right)^\frac{1}{2} \)
- \( {13}^\frac{1}{3}\times{13}^\frac{1}{4} \)
De formule kan direct worden toegepast zonder tussenstap. \[ {10}^\frac{1}{3}=\sqrt[3]{10} \]
2. Nu kunnen de getallen binnen de haakjes eerst worden berekend, maar om te illustreren hoe wordt omgegaan met getallen binnen haakjes wordt even net gedaan alsof dit niet mogelijk is. Alle getallen binnen de haakjes dienen direct binnen de wortel te worden geschreven. \[ \left(2+3\right)^\frac{1}{2}=\sqrt[2]{2+3}=\sqrt{2+3}=\sqrt5 \] De twee linksboven de wortel hoeft niet te worden geschreven.
3. Hier zijn twee waarden met verschillende exponenten geschreven, maar met hetzelfde grondgetal dus kunnen de exponenten bij elkaar worden opgeteld. \[ {13}^\frac{1}{3}\times{13}^\frac{1}{4}={13}^{\frac{1}{3}+\frac{1}{4}}={13}^\frac{7}{12} \] De noemer van de exponent wordt linksboven de wortel geschreven en de teller wordt als exponent van het grondgetal binnen de wortel geschreven. \[ {13}^\frac{7}{12}=\sqrt[12]{{13}^7} \]
4.2. Rekenregels voor wortels
Hoewel het een methode kan zijn om wortel als gebroken machten te schrijven om zo de rekenregels te volgens is het toch goed om even afzonderlijk de rekenregels door te nemen. De rekenregels zijn gelijk aan dat van machten. Als we even uitgaan van dat a en b twee verschillende getallen zijn (ongelijk termen), dus \( \left(a\neq b\right) \).
Bij het optellen en aftrekken van ongelijke termen in de wortel kunnen deze niet als een geheel worden geschreven.
\[ \sqrt{a}\pm\sqrt{b}\neq\sqrt{a\pm b} \]
Hierbij geeft het symbool ± (plus-min) aan dat het een plus of een min kan zijn.
Wanneer een som binnen de wortel staat, moet dan ook eerst de som binnen de wortel worden berekend. Als een som namelijk binnen de wortel wordt geschreven dan worden de haakjes niet geschreven. Zo kan het bijvoorbeeld als een gebroken macht worden geschreven:
\[ \sqrt{a\pm b}=\sqrt{\left(a\pm b\right)}=\left(a\pm b\right)^2 \]
Voorbeeld 3: Optellen van wortels
Bereken de wortels indien mogelijk
- \( \sqrt2+\sqrt5 \)
- \( 2\times\sqrt5+\sqrt5 \)
- \( \sqrt{2^2+2\times6} \)
1. We hebben twee priemgetallen. Deze som staan al in de basisvorm.
2. In dit geval zijn er twee gelijke termen \( \sqrt5 \). Deze kunnen worden samengenomen. \[ 2\times\sqrt5+\sqrt5=3\times\sqrt5 \]
3. De getallen in de wortel dienen eerst te worden berekend. Daarna wordt de wortel berekend van de uitkomst. \[ \sqrt{2^2+2\times6}=\sqrt{4+12}=\sqrt{16}=4 \]
Bij vermenigvuldigingen en delingen kunnen de wortels in een wortel worden geschreven (en andersom). \[ \sqrt a\times\sqrt b=\sqrt{a\times b} \] \[ \frac{\sqrt a}{\sqrt b}=\sqrt{\frac{a}{b}} \]
Voorbeeld 4: Vermenigvuldigen en delen van wortels
Bereken onderstaande sommen
- \( 2\times\sqrt3\times3\times\sqrt2 \)
- \( \sqrt{\frac{9}{4}}\times\sqrt4 \)
- \( \sqrt{0,25} \)
1. Vermenigvuldigingen zijn commutatief, wat inhoudt dat de volgorde niet uitmaakt voor de uitkomst. De wortels worden met elkaar vermenigvuldigd en de gehele getallen worden ook met elkaar vermenigvuldigd. \[ 2\times3\times\sqrt3\times\sqrt2=6\times\sqrt{2\times3}=6\times\sqrt6 \]
2. Een wortel van een breuk kan worden geschreven als een breuk van de teller en de noemer. \[ \sqrt{\frac{9}{4}}\times\sqrt4=\frac{\sqrt9}{\sqrt4}\times\sqrt4 \] Een vermenigvuldiging van een breuk kan worden geschreven als een breuk. Het valt op dat \( \sqrt4 \) tegen elkaar wegvalt. Dan hoeft alleen maar de wortel van negen te worden berekend. \[ \frac{\sqrt9}{\sqrt4}\times\sqrt4=\frac{\sqrt9\times\sqrt4}{\sqrt4}=\sqrt9=3 \]
3. Door 0,25 te schrijven als een breuk kan de wortel vrij snel worden opgelost. \[ \sqrt{0,25}=\sqrt{\frac{1}{4}}=\frac{\sqrt1}{\sqrt4} \] \( \sqrt1=1 \) want \( 1\times1=1 \) Dus de breuk kan worden herschreven \[ \frac{\sqrt1}{\sqrt4}=\frac{1}{\sqrt4}=\frac{1}{2}=0,5 \] En dit klopt ook, want \( 0,5\times0,5=0,25 \)
4.3. Basisvorm van wortels
Het vereenvoudigen van een wortel heet ook wel de wortel in de basisvorm schrijven. Alle getallen dienen zover mogelijk buiten de wortel te worden gehaald. Dit kan door te zoeken naar gelijke machten binnen de wortel. Omdat de wortel en de machten tegengestelde bewerkingen zijn heffen deze elkaar op.
Voorbeeld 5: Basisvorm van een wortel
Bereken onderstaande sommen
- \( \sqrt{5^2} \)
- \( \sqrt{72} \)
1. We hebben een macht in een wortel. Een wortel zonder getal links boven de wortel kan worden gelezen als een tweedegraads wortel. Zo kan worden beredeneerd dat \[ \sqrt{5^2}=\sqrt{25}=5 \]
2. In dit geval is er een getal in de wortel waarvan de wortel niet direct kan worden berekend. Verdeel eerst het getal in gemeenschappelijke delers: \[ 72=8\times9=2\times 2\times 2\times 3\times 3 \] Het valt op dat gemeenschappelijke delers twee en drie beiden vaker voorkomen. We kunnen dit dan ook schrijven als: \[ 2\times2\times2\times3\times3=2^2\times2\times3^2 \] Met de wortel \[ \sqrt{72}=\sqrt{2^2\times2\times3^2} \] Wanneer een kwadraat in een wortel voorkomt kan deze uit de wortel worden gehaald. Dit kan worden aangetoond door de wortels als losse producten te schrijven: \[ \sqrt{2^2\times 2\times 3^2}=\sqrt{2^2}\times\sqrt2\times\sqrt{3^2}=2\times\sqrt2\times 3 \] Gehele getallen worden berekend en de basisvorm is dan \[ 2\times3\times\sqrt2=6\times\sqrt2=6\sqrt2 \] Het vermenigvuldigingsteken wordt hier weggelaten. Het is een gebruikelijk om het in de vorm te schrijven zonder vermenigvuldigingsteken, tenzij er verwarring kan ontstaan.
| N2+H2→NH3 |
N2+3H2→2NH3
| H2O2+H2→H2O |
H2O2+H2→2H2O
| Fe+AlCl3→ FeAl3+ Cl2 |
Fe+3 AlCl3→FeAl3+3 Cl2
| NO3+H2→NH3+O2 |
2 NO3 + 3 H2 → 2 NH3 + 3 O2
| H2O +F2→HF+O2 |
2 H2O + 2 F2→ 4 HF+ O2
| CH4 + O2 CO2 H2O |
CH4 + 3 O2 → CO2 + 2 H2O
| H2O () \(\xrightarrow{\text{∆}T}\) H2O () |
Bij het verdampen gaat een stof van vloeistof naar een gas.
H2O (l) → H2O (g)
| Na+() + Cl− () \(\xrightarrow{\text{∆}T}\) NaCl () |
Na+ (aq) + Cl− (aq) → NaCl (s)
| Na+C+O2→Na2CO3 |
4 Na+ 2 C + 3 O2 → 2 Na2CO3
| CH4+O2→CO+H2O |
2 CH4 + 3 O2 → 2 CO + 4 H2O
| Fe(s)+ O2(g)→ Fe2O3(s) |
4 Fe(s)+3 O2(g)→2Fe2O3(s)
| C4H8+ O2→ CO2+ H2O |
C4H8+6 O2→4 CO2+4 H2O
| Fe2S3+ O2→ Fe2O3+ SO2 |
2 Fe2S3+9 O2→2 Fe2O3+6 SO2
| CO2(g)+ H2O(l)→ C6H12O6(aq)+ O2(g) |
6 CO2(g)+ 6 H2O(l)→C6H12O6(aq)+ 6 O2(g)
| C3H6 + O2 → CO + H2O |
2 C3H6 + 9 O2 → 6 CO + 6 H2O
| KMnO4+ H2SO4→ Mn2O7+ H2O+ KHSO4 |
2 KMnO4+2 H2SO4→Mn2O7+H< sub>2O+2 KHSO4
| Pb(NO3)2 (aq) + NaCl (aq) → NaNO3 (aq) + PbCl2 (s) |
Pb(NO3)2 (aq) + 2 NaCl (aq) → 2 NaNO3 (aq) + PbCl2 (s)
| Cu+ HNO3→ Cu(NO3)2+ H2 O+ NO |
3 Cu+8 HNO3→3 Cu(NO3)2+ 4 H2 O+2 NO
| Geef het antwoord met één cijfer achter de komma. g |
\[\mathrm{m\left(CO\right)+2\cdot m\left(H_2\right)=m\left(CH_3 OH\right)}\] \[\mathrm{28,01\ g+2\cdot 2,02\ g=28,01\ g+4,04\ g=32,05\ g\approx 32,1\ g}\]
| C:H2= : |
\[\mathrm{C:H_2=1:2}\] Zie de stoichiometrische coëfficiënten in de reactievergelijking.
|
C ( |
Koolstof is een vaste stof (solid) en waterstofgas en methaan zijn gassen. Het antwoord is dus: vast, gas, gas
| gram |
De wet van massabehoud stelt dat de massa’s gelijk moeten zijn aan beide kanten van de pijl. Tel de massa van koolstof en waterstofgas bij elkaar op om de massa van methaan te berekenen. \[\mathrm{12,01\ g+4⋅1,008\ g=12,01\ g+4,032\ g=16,042\ g}\] \[\mathrm{m\left(CH_4\right)=16,04\ g}\]